Jouw lippen zijn de reden waarom hij opleeft,
jouw lippen het wonder waarom hij leeft.
Hij verdeelt alles tussen die twee,
de rede van zijn wel en wee.
’t Zijn de lippen van jou,
die hem doen zweren.
Ik hou,
van die lippen van jou.
Veerle
Jouw lippen zijn de reden waarom hij opleeft,
jouw lippen het wonder waarom hij leeft.
Hij verdeelt alles tussen die twee,
de rede van zijn wel en wee.
’t Zijn de lippen van jou,
die hem doen zweren.
Ik hou,
van die lippen van jou.
Veerle